Zoveel moois, geen tijd om te bloggen!

We zijn inmiddels op dag 11 van onze 25-daagse rondreis en al een heel eind in zuidelijke richting gereisd. Mijn vorige bericht ging over dag 3, dus ik loop flink achter met bloggen. Dat is een goed teken, want het betekent dat er zoveel moois te zien en te doen is, dat ik niet aan bloggen toekom 🙂Na de eerste dagen ten oosten van hoofdstad Tana doorgebracht te hebben, volgen we nu Route National nr. 7 naar de kust in het zuid-westen. Dit is één van de weinige geasfalteerde wegen in Madagascar en populair bij toeristen omdat deze weg langs een aantal nationale parken en andere bezienswaardigheden leidt. Zo hebben we onder andere langs het 146 meter diepe en smaragdgroene kratermeer Lac Tritriva gewandeld, hebben we een paar uur langs akkers, rijstvelden en door kleine dorpjes met lemen huisjes gelopen en zijn we in Parc National Ranomafana op zoek gegaan naar de Bamboo lemur.



Ranomafana is echte jungle met dichte begroeing, relatief hoge luchtvochtigheid en dus lemuren…heel veel lemuren. Via verschillende mooie hikes door het regenwoud kun je meerdere soorten te zien krijgen. Wij vinden, onder leiding van een gids en een ‘spotter’, vier verschillende soorten lemuren, waaronder 2 soorten bamboo lemuren die alleen in dit park voorkomen. We moeten er wel flink voor klimmen, afdalen en van de paden af met de nodige krassen en schrammen tot gevolg. Maar de beloning is er ook naar: lemuren met kleintjes die van mama lemur les krijgen in klauteren en springen in takken en 2 bamboo lemuren die uit de bomen komen om bij een klein beekje te drinken. Ook hier hebben we weer een avondwandeling gemaakt op zoek naar de nocturnal lemuren en kameleons. Hebben we tijdens de vorige wandeling de piepkleine mouse lemur echt op eigen kracht gespot (als een klein stipje in de verte met twee oplichtende oogjes), hier wordt een beetje vals gespeeld. Op bomen langs de weg waar het beestje vaak komt, wordt de geur van bananen aangebracht. Vervolgens is het gewoon een kwestie van wachten. Met heel veel toeristen…. En als de mouse lemur zich dan eenmaal laat zien, begint iedereen vrolijk te flitsen. Het beestje wordt bijna letterlijk weggeflitst. Dit is dus eigenlijk hoe het niet moet en duidelijk over het randje… Na dit flitsgeweld gaan we op een rustigere plek op zoek naar ander wildlife. We vinden een aantal erg mooie kameleons en zien in de verte nog een paar oplichtende oogjes van lemuren in het schijnsel van onze zaklampen.


Na Ranomafana zijn we verder naar het zuiden gereden richting het Andringitra gebergte. We maken echter eerst nog een tussenstop in Ambalavao. Hier dwalen we over een hele grote en hele drukke weekmarkt. Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt hier verkocht. Van groente, vlees en (gedroogde) vis tot medicijnen en van schoenen, tassen , stoffen en kleding tot handgemaakte werktuigen voor het land en olielampjes van oude tomatenblikjes. Heerlijk om over de markt te struinen. Iedereen is vriendelijk, lacht wat naar die rare blanken en gaat door met waar ze mee bezig waren. Na deze markt lopen we door naar de Zebu markt op een heuvel net buiten het dorpje. Zebu’s zijn voor Madagascar, wat koeien zijn voor ons. Ze worden gegeten en ingezet om karren te trekkken of het land te ploegen. De Zebu markt in Ambalavao is een grote regio markt, waar handelaren uit de wijde omtrek naar toe komen om Zebu’s te kopen of te verkopen. Leuk om tussen al die mensen en beesten rond te lopen.


En dan wordt het een beetje avontuurlijker. Na 4 uur rijden over Route National nr 7, verlaten we de verharde weg en stappen we over op een four wheel drive vrachtwagen. Over een zeer slechte zandweg rijden we in zo’n anderhalf uur naar Camp Catta, een super gaaf ‘camp’ met schitterende huisjes en een adembenemend uitzicht op een vallei en het Tsaranoro massief, dat onderdeel uitmaakt van het Andringitra gebergte met toppen van ruim 2.600m. ‘Catta’ betekent Maki en er loopt hier dan ook een groep Ringstaart Maki’s rond die niet heel bang zijn voor mensen. Zo zitten er 2 een paar keer vlak naast ons huisje en laten zich gewillig fotograferen. En dan ben je zo weer 50 foto’s verder 🙂

Er zit een gezellig restaurantje bij waar we twee avonden heerlijk eten en een biertje drinken. Ook is er een zwembadje bij en vanuit het water heb je weer hetzelfde schitterende uitzicht. Qua locatie, sfeer en faciliteiten gaat het waarschijnlijk niet beter worden deze reis. Tijdens de vrije dag die we hier hebben, maak ik een lekkere relaxte en mooie wandeling van zo’n 4 uur langs de berghellingen en door 2 kleine dorpjes. Van de uitzichten krijg ik maar geen genoeg en ook een flinke Boa constrictor die ligt uit te buiken onder een rots, meer Maki’s die zitten te zonnebaden in de zon en nog een slang zijn hoogtepunten tijdens deze wandeling.

Voor het diner zitten enkele gidsen en personeel bij elkaar met 2 gitaren. Ze spelen en zingen prachtige Madagaskische songs terwijl langzaam de volle maan boven de bergtoppen tevoorschijn komt. Ik val in herhaling, maar….wauw. ’s Avonds doen ze het na het diner nog eens dunnetjes over. Nu met ondersteuning van mondharmonica en een bongo en het voltallige personeel. Hoewel ze dit natuurlijk vaker doen voor de toeristen, spat het plezier er vanaf en wordt het een klein feestje. Een perfecte afsluiting van een perfect verblijf in dit mooie Camp. De volgende ochtend laat ik de band de filmpjes zien die ik gemaakt hebt en worden emailadressen uitgewisseld om de filmpjes te mailen.

Na een ‘grand merci’ wandelen we, ieder in zijn eigen tempo, richting het dorpje waar we de bus 1,5 dag geleden hebben achtergelaten. Nog één keer genieten van de omgeving totdat de four wheel drive vrachtwagen, die een uur later vertrekt vanuit Camp Catta, ons één voor één oppikt en we al hobbelend in de achterbak de vallei verlaten. Op weg naar het volgende Parc National…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *