Rwanda, here we come!

Vandaag staat alles in het teken van de voorbereidingen op onze trip naar Rwanda. Floor moet vandaag nog werken in Banda. Ik ben nu in het centrum van Kampala om de buskaartjes op te halen. We vertrekken vannacht met de 02.00 am VIP-coach naar Kigali. Ze zeggen dat we om 9.00u in Kigali zullen zijn, maar we houden er rekening mee dat het wel eens een paar uur later zou kunnen worden. Zeker gezien de kwaliteit van de wegen hier in Uganda. We hebben gekozen voor de VIP-bus, aangezien daar maar 50 mensen in gaan, tegen 70 in een “standaard”-bus (die even groot is als een VIP-bus). Voor het geld hoef je het niet te laten: een ticket kost zo’n 13,50 euro.
De visa zijn inmiddels geregeld, het eerste hotel echter nog niet. We proberen nu al 3 dagen te bellen, maar iedere keer krijgen we de melding dat het netwerk niet beschikbaar is. Email hebben ze niet, dus het zal er wel op uit draaien dat we morgenochtend wel zien of ze nog kamers vrij hebben. En zo niet, dan zijn er gelukkig nog genoeg andere hotels in Kigali 🙂

Ik stort me nog even in de heerlijke hectiek van het centrum van Kampala en dan zal het volgende bericht uit Rwanda komen….

Rwanda here we come!

Bezoek aan Creamland School

www.KIDOGO.orgIn Banda zijn meerdere scholen. Eén daarvan is de Creamland School, die ik samen met Floor bezocht heb. Deze basisschool is 2,5 jaar geleden opgezet door Alex Arinaitwe en heeft inmiddels ruim 350 leerlingen. Veel van deze kinderen zijn afkomstig uit het noorden van Uganda en hebben daar verschrikkelijke dingen gezien en meegemaakt. Alex en zijn leerkrachten helpen deze kinderen de ellende die ze hebben meegemaakt te verwerken en door middel van onderwijs de basis te leggen voor een betere toekomst.

Een school in een sloppenwijk in Kampala is iets anders dan wij gewend zijn. Creamland School bestaat uit een zeer eenvoudig gebouwtje. De ruim 350 leerlingen zijn verdeeld over 6 lokaaltjes, wat dus betekent dat er erg veel kinderen in 1 klas zitten. Er zijn nauwelijks genoeg bankjes, waardoor de kinderen bijna letterlijk bij elkaar op schoot zitten. De overige inrichting van de klaslokalen blijft beperkt tot een schoolbord en een incidentele poster. Door het enorme aantal leerlingen en het ontbreken van lesmateriaal is er weinig ruimte voor individuele begeleiding van de kinderen. Lessen bestaan dan ook grotendeels uit het, in onze ogen, ouderwets opdreunen en herhalen van wat de leraar voorzegt. Verder staat discipline centraal. De kinderen luisteren perfect naar hun leraar en voeren iedere opdracht netjes uit. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat het motto “wie niet horen wil, moet maar voelen” hier nog steeds geldt. De “corrigerende tik” is hier nog gewoon toegestaan.

Wij werden met zeer veel enthousiasme ontvangen. Floor is er al een bekende verschijning, maar ik was natuurlijk nieuw. Dus moest ik alle lokalen langs en werd ik in ieder lokaal verwelkomd met een luidkeels “welcome to our visitor, this is Creamland Nursery and Primary School, our school motto is “the sky is the limit”, our class motto is…….”. Heel erg leuk! We waren er aan het eind van de ochtend, vlak voordat de pauze begon. In de pauze gingen de kinderen helemaal los 🙂 Onder een luid “Hello Mzungu, how are you” (Mzungu betekent blanke) renden ze om ons heen. Ook wil iedereen je even aanraken of je hand vasthouden. Dus op een gegeven moment stond ik daar met aan iedere hand 10 kinderen. Veel kinderen kwamen ook netjes goodbye zeggen, waarbij ze uit respect even voor je knielen! Dat voelt dan wel weer erg genant en ongemakkelijk.

Na de rondleiding in en om de school heeft Alex het één en ander verteld over Creamland. Eén van de problemen is het ontbreken van een watervoorziening. Er is geen drinkwater en ook geen water om bijvoorbeeld je handen te wassen nadat je gebruik hebt gemaakt van een niet al te hygienische latrine. De school is aangewezen op een waterbron die aan de overkant van een drukke weg ligt. Een zeer gevaarlijke situatie, zeker gezien de rijstijl van de gemiddelde Ugandees. Dit heeft in het verleden ook al tot ongelukken geleid. Om hier verbetering in te brengen, is Floor momenteel bezig met een project om de school aan te sluiten op een waterbron. Floor is projectcoördinator en ondersteunt directeur Alex bij de realisatie van het project. Hiervoor wordt een deel van het geld ingezet, dat Floor uit donaties ontvangen heeft. Voor nog geen eur 1.400 wordt er nu een waterleiding aangelegd naar de dichtsbijzijnde waterbron, een waterkiosk gebouwd en een watertank van 2.000 liter geplaatst. In deze tank kan water worden opgeslagen, zodat er altijd water beschikbaar is. Ook als de waterbron onvoldoende water kan leveren, doordat er bijvoorbeeld tijdelijk geen druk op het waterleidingsysteem zit. Door dit project heeft de school dus altijd op een veilige manier toegang tot water voor koken, drinken, “handen wassen na het plassen” en schoonmaak.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het graven van een 1-meter diepe gleuf waar de waterleiding in gelegd wordt. Dit graafwerk, over een afstand van zo’n 200 meter, gebeurt met de hand in het broeierige Ugandese klimaat. Petje af voor de hardwerkende ‘diggers’!

Alex heeft nog veel meer plannen met zijn school. Door het groeiend aantal leerlingen is het noodzakelijk om een aantal lokalen bij te bouwen. Hiervoor heeft hij een lening afgesloten. Ook heeft hij een voorstel ingediend bij het World Food Program om zijn school te voorzien van eten voor de kinderen. Veel kinderen komen zonder eten naar school, niet zoals in Nederland, omdat een boterham niet goed genoeg is, maar omdat de ouders eenvoudigweg onvoldoende geld hebben voor voldoende voedsel. En als kinderen thuis wel voldoende te eten krijgen, is het vaak erg eenzijdig. Hopelijk gaat het Alex lukken om ook dit project van de grond te krijgen.

Dit bericht plaats ik vanuit de Kabira Country Club, een super de luxe hotel in Kampala, waar ik vandaag een dagje luier aan het zwembad. Een groter contrast met mijn bezoek aan Banda en de Creamland School is volgens mij niet mogelijk. Hier kost de goedkoopste kamer $130, hier kijk je naar flatscreens boven de bar, hier kun je genieten van sauna en fitness en kun je al het eten en drinken bestellen dat je wenst….zolang je maar geld hebt! Hier realiseer je je dus ook heel goed, hoe ongelijk het verdeeld is in de wereld en hoeveel geluk ik heb dat ik in het rijke westen ben geboren en niet in een wijk als Banda….

www.KIDOGO.org
www.KIDOGO.org

Eerste kennismaking met Banda

Kidogo_logo_kleinVrijdag 6 juli heeft Floor me een stukje van Banda laten zien. Banda is een grote sloppenwijk in Kampala met meer dan 25.000 inwoners. De mensen leven hier in zeer slechte omstandigheden, waarbij met name de slechte hygiene een groot probleem is. De “huisjes” hebben geen water en geen toilet. De mensen zijn aangewezen op waterkiosken, waar ze tegen een klein bedrag schoon drinkwater in jerrycans kunnen halen. Verspreid door de wijk zijn latrines, die echter in veel gevallen in slechte staat zijn. Daarnaast komt er hier niet 1x in de week een vuilniswagen langs om kliko’s te legen. Afval is dus ook een groot probleem. Overal waar je kijkt, zie je afval liggen. Er zijn wel initiatieven om afval op centrale plekken te verzamelen en te verbranden, maar in veel gevallen ontbreekt de noodzakelijke structuur en financiele middelen om dit echt duurzaam te laten functioneren. Gevolg is dat afwateringskanalen verstopt raken met afval. Hierdoor kan het regenwater, dat vaak in de vorm van gigantische tropische stortbuien uit de lucht komt vallen, niet goed afgevoerd kan worden. Dit zorgt voor overstromingen van de niet-verharde paden en weggetjes en erg veel modder. Ook blijft het regenwater, inmiddels vermengd met afval en uitwerpselen van mens en dier, vaak lang in de vele gaten en kuilen in de wegen staan, wat weer leidt tot allerlei gezondheidsrisico’s. Al met al geen vrolijke beelden dus!

Banda is verdeeld in meerdere sectoren en in de ene sector is de situatie iets minder slecht dan in de andere. De bewoners zijn in veel gevallen IDP’s, oftewel Internally Displaced Persons. Een nette naam voor de vele duizenden vluchtelingen uit het noorden van het land, waar rebellen nog steeds moorden en kinderen nog steeds gekidnapped worden om vervolgens als kindsoldaat of sexslavin misbruikt te worden (als je de film Blood Diamond hebt gezien, heb je er wellicht een beetje een beeld bij). Ook wonen er veel studenten, die net genoeg geld bij elkaar kunnen sprokkelen om hun studie te betalen, maar geen geld hebben voor normale huisvesting.

Floor ondersteunt in Banda de non-gouvernementele organisatie BCDP, Banda Community Development Programm. BCDP heeft als doelstelling de levensomstandigheden in Banda te verbeteren door o.a. het bouwen en exploiteren van waterkiosken en latrines, het aanbieden van medische zorg, voorlichting en educatie. Er wordt door vrijwilligers bijvoorbeeld wekelijks voorlichting gegeven over HIV/aids, over malaria en hygiene. Kennis hierover bij de bevolking is zeer beperkt, waardoor kennisoverdracht en bewustwording noodzakelijk zijn om tot structurele verbeteringen te komen. Er is een readingroom waar studenten in een rustige omgeving hun huiswerk kunnen maken. Ook kunnen ze gebruik maken van computers en internet in het internetcafe. BCDP heeft verder een kleine medische kliniek en een tandartspraktijk. In de tandartspraktijk heb ik kennis gemaakt met tandarts Betsy. Een pittige dame die vol trots de nieuwe apparatuur liet zien die ze met behulp van Kidogo heeft kunnen aanschaffen. Apparatuur die haar in staat stelt om preventieve gebitcontroles uit te voeren. Tot voor kort bleven de behandelingen meestal beperkt tot het achteraf beperken van de schade aan gebitten door het trekken van verrotte tanden en kiezen. Ook heeft ze nu de beschikking over een model van een gebit (omgedoopt tot Henry 🙂 en een hele voorraad tandenborstels en tubetjes tandpasta. Hiermee gaat ze langs scholen in Banda om de kinderen te leren hoe ze hun tanden moeten poetsen.

Het is mooi om te zien dat er tussen al de armoede en zeer slechte levensomstandigheden in Banda ook positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn. Hoewel erg kleinschalig en absoluut onvoldoende om structureel grote groepen mensen te helpen, zijn dit toch kleine stapjes vooruit. Kleine stapjes die met grote inzet van een kleine groep mensen, maar met relatief kleine investeringen gerealiseerd kunnen worden.

Aan het eind van de dag heb ik, zoals in mijn vorige bericht gemeld, een bestuursvergadering van BCDP bijgewoond. In een volgend bericht zal ik een kort verslag geven van deze interessante meeting….oftewel: vergaderen op z’n Ugandees.

www.KIDOGO.org
www.KIDOGO.org

Gearriveerd in Kampala

Gisteravond ben ik, na een zeer goede vlucht van zo’n 7,5 uur, geland op Entebbe International Airport in Uganda. Bij het afdalen van de vliegtuigtrap ving ik direct weer de zo typische Afrikaanse geur op. Een duidelijk teken dat de vakantie begonnen is! Floor had een lift geregeld en stond me op te wachten. Ook was er een mannetje geregeld die mij en 2 andere Nederlanders soepeltjes langs de douane leidde. Hij heeft onze visa geregeld, zodat wij niet in de rij hoefden te staan (Robert Jan bedankt).

Vanuit Entebbe is het een kleine 40 km naar Kampala en tijdens deze rit had ik allerlei flashbacks naar mijn vorige trip door Uganda. Onverlichte straten en vooral ook veel onverlichte voetgangers en fietsers. Daar tussendoor hardrijdende auto’s die al zigzaggend en toeterend de vele grote gaten in de weg, elkaar en al die voetgangers en fietsers proberen te ontwijken. Ik moet er altijd weer even aan wennen en soms moet je gewoon ff je ogen dicht doen, maar het hoort schijnbaar bij de African way of live. En ook dit keer zijn we weer veilig op de plaats van bestemming aangekomen.

Die plaats van bestemming is het appartementje van Floor in de wijk Ntinda, ongeveer 20 minuten buiten het centrum. Het ligt aan een onverhard pad zonder naam en nummer (bij de 4e matokeboom rechts 🙂 Met een beetje geluk is er regelmatig stroom en als er stroom is, is er ook warm water.

Vandaag, donderdag 5 juli, hadden we ’s ochtends direct al een druk programma. De visa voor Rwanda moesten geregeld worden, de bus naar Kigali moest geboekt worden en ik moest nog voorzien worden van de nodige Ugandese Shilling, de lokale munteenheid hier. Als eerste zijn we naar de Rwandese ambassade gegaan. En dat is nog een hele onderneming. Allereerst loop je via de door regen erg modderig geworden onverharde paden naar de verharde weg. Daar word je opgewacht door de Boda-bodajongens die je voor 500 Shilling (25 eurocent) achter op hun brommer naar het eerstvolgende grote kruispunt brengen. Hier volgt de transfer naar een minibusje dat je voor 700 Shilling op Kampala Road, midden in het centrum van Kampala afzet. Maar zo’n busje vertrekt pas als ie vol is. En met vol bedoel ik echt Afrikaans vol. Dat betekent hier dat er met enig passen en meten 16 mensen ingeladen worden.

Bij de Rwandese ambassade zijn onze paspoorten en aanvraagformulieren aan een kritisch onderzoek onderworpen. Na enige vragen en na betaling van $50 zijn ze gelukkig goed bevonden. Morgen om 11.30u kunnen we de paspoorten inclusief visum weer ophalen. Na de ambassade is de volgende stop de busterminal van Jaguar. We hebben wat moeite om het te vinden, maar daardoor lopen we dwars door het heerlijk chaotische centrum. We komen o.a. langs drukke markten en the old taxi park, waar honderden taxis staan te wachten op passagiers. En overal krioelen voetgangers, fietsers, brommers, auto’s en bussen door elkaar. Uiteindelijk vinden we de busterminal, maar we kunnen nog geen kaartjes kopen. We willen dinsdag naar Kigali reizen, maar kaartjes kunnen pas 24 uur van te voren gekocht worden. We krijgen wel een telefoonnummer dat we zondag of maandag kunnen bellen. Floor heeft daar, na bijna een jaar Uganda-ervaring, nog niet zoveel vertrouwen in, maar we zullen zien.
Nadat ik een stapel euro’s heb omgewisseld voor een nog veel grotere stapel Shilling is het tijd om op een terrasje uit te puffen. De hernieuwde kennismaking met Kampala is goed bevallen!

Tot zover een eerste impressie. Morgen moet er trouwens “gewerkt” worden. Ik ga met Floor mee naar een bestuursvergadering van BCDP (Banda Community Development Program). Op de agenda staat o.a. de status van projecten die door stichting Kidogo gesponsord worden. Als penningmeester van Kidogo, die toevallig in Uganda is, mag ik daarbij natuurlijk niet ontbreken 🙂

Het Nadaam Festival in Mongolië

Jaarlijks vindt in juli in heel Mongolië het Naadam festival plaats. Dit festival draait om de “drie mannelijke sporten” worstelen, paardenracen en boogschieten. Tegenwoordig doen vrouwen echter ook mee. De sporten gaan terug tot de tijd van Djengis Khaan, de legendarische leider van het Mongoolse rijk. Om zijn mannen in topconditie te houden tijdens zijn veroveringstochten liet hij zijn manschappen onderling competities houden in de 3 sporten. Vanaf 1922, toen Naadam officieel georganiseerd werd om de 1e verjaardag van de revolutie te vieren, vindt Naadam jaarlijks van 11 tot 13 juli plaats. Hoewel de sport centraal staat, is het vooral ook een grote sociale gebeurtenis. Nomaden reizen van alle uithoeken van Mongolië naar de festivalplaatsen om weer eens bij te kunnen praten met vrienden en bekenden.

Mongolië: Land of the blue Skies

In het vorige bericht gaf ik al aan dat het heerlijk is om over de uitgestrekte Mongoolse steppes te lopen en de enorme leegte in je op te nemen. De vrijheid die je dan ervaart is onbeschrijfelijk. Af en toe zie je wat witte puntjes in de verte: de traditionele gers, die trouwens in veel gevallen wel voorzien zijn van moderne technologie. Vervolgens kun je weer uren lopen zonder enig teken van de bewoonde wereld tegen te komen. Maar Mongolië biedt meer dan alleen groene steppes: berggebieden, canyons met ijs, lavavelden, bossen en de kleurrijke Gobi woestijn zorgen voor veel afwisseling.

Kijk voor meer foto’s op de fotopagina.

Op reis door Mongolië

In juli 2006 was het dan eindelijk zover. Een lang gekoesterde wens werd werkelijkheid….op reis door Mongolië. Met SNP heb ik een 22-daagse rondreis gemaakt door een deel van dit uitgestrekte lege land. Het is één van mijn mooiste reizen tot nu toe geworden door een land dat in het echt nog veel mooier blijkt te zijn dan in mijn verbeelding. De natuur is prachtig en veelzijdig, de mensen super vriendelijk en gastvrij en het gevoel van vrijheid als je over de steppes loopt is onbeschrijfelijk! Hier en in de volgende posts vind je een fotografische impressie van de reis. Bekijk de foto’s op je gemak en laat je inspireren door “the land of the blue skies”!

Wat Mongolië voor mij zo speciaal maakt, zijn vooral de wijdse landschappen. Zo gauw je de hoofdstad Ulaanbataar uitrijdt, rijd je een onmetelijk landschap in van groene heuvelachtige steppes onder een blauwe lucht.